Hoe kwantificeren we wie de ergste dictator is? Meten we dit in termen van dood en verdorvenheid, zoals wanneer we kijken naar de concentratiekampen van Hitler en de moordvelden van Pol Pot? Leiden we het af uit de meedogenloosheid waarmee macht wordt veilig gesteld zoals het verwijderen van de ‘anti-revolutionairen’ door Stalin? Is het de minachting waarmee mensen worden genegeerd zoals in de verschrikkelijke hongersnoden tijdens Mao’s ‘grote sprong voorwaarts’. Of is er een maatstaf die nog donkerder is, die de hoop steelt uit de harten van diegenen die onderdrukt worden?
De Tibetanen zijn een gelovig volk, vanaf geboorte wordt hen onderwezen dat de Dalai Lama hen zal beschermen. Toen de Communistische krachten binnenvielen, gaven veel Tibetanen gelukkig hun leven om de jonge Dalai Lama te beschermen en om zijn reis naar veiligheid zeker te stellen. Honderdduizenden maakten de levensgevaarlijke reis door de Himalaya’s om samen te zijn met diegene van wie zij hoopten dat hij hen zou redden van onderdrukking. En toch begon voor veel Tibetanen, inclusief voor diegenen die hun leven waagden om hem te beschermen, het werkelijke lijden toen zij onder de ‘zorg’ van de Dalai Lama kwamen. Het lijden dat hen werd toegebracht door de Chinezen konden zij begrijpen en weerstaan. Zoals Jampel Yeshe zegt: “Onze vaders en moeders stierven, de Chinezen vermoordden hen. Hoewel dit verschrikkelijk was, raakte het niet ons diepste wezen. Dit verbod echter steekt ons recht in ons hart.”
Voor Shoegdenbeoefenaars is hun toewijding aan hun Godheid gelijk aan hun hart. Toen de Dalai Lama deze gebeden kortweg verbood was het alsof hij hen beval hun hart uit te trekken. Hun vervolging door hun spirituele boegbeeld laat hen achter als een devoot kind dat misbruikt wordt door een pedofiele priester. Wat zinnigs kan je zeggen als je toevlucht je misbruiker wordt? Door deze onverklaarbare handelingen heeft de Dalai Lama de hoop in hun harten uitgedoofd.
De Tibetaanse monnik Geshe Ohuntsog Tsultrim zegt: “Het spijt me zeer dat ik niet een paar jaar voor dit verbod ben gestorven.” Medemonnik Geshe Lobsang Donden zegt: “Aan de ene kant kunnen we niet praten met de Dalai Lama, aan de andere kant hebben we geen keus dan tegen zijn woorden in te gaan. Ik blijf maar denken dat ik liever dood ben.”
Geen Shoegdenbeoefenaar is veroordeeld voor welke misdaad dan ook en toch heeft de Dalai Lama nu al jarenlang een campagne van vervolging in de hele wereld uitgevoerd, waarbij hij vrijwel elke grote gelegenheid om te spreken gebruikt om de vuren van intolerantie op te stoken. Hij heeft zijn vertegenwoordigers naar elke nederzetting in India gestuurd, naar alle Tibetaanse gemeenschappen in het Westen en zelfs op missies in Tibet om handtekeningenacties op te zetten om er bij mensen op aan te dringen hun loyaliteit aan hem te zweren door de gelofte af te leggen Shoegdenbeoefenaars uit te stoten.
Mao’s communistische krachten stalen hun land, vernietigden hun kloosters en huizen, vermoordden vele van hun familieleden en onderwierpen vele van hen aan marteling … maar zij konden hun geestkracht niet breken. De Dalai Lama is vastbesloten om meer te doen: Hij wil hun geloof en hun hoop wegnemen.
Nick Longstaff